Voordracht in de Alkmaarse Synagoge

8 September 2017

De SIDRA waarover ik vandaag zal vertellen heet KI-TAWOH

"KI- TAWOH" betekent: "Wanneer je binnen gaat".

God heeft verwachtingen van het Joodse volk, wanneer ze het beloofde land, Erets Jisraeel, binnen zullen gaan. De eerste vruchten zullen worden geofferd en in een mand worden gebracht aan de Kohanim (= Priesters) en het offeren is tevens een teken van grote dankbaarheid aan God en een teken van overvloed.

"Wanneer je binnen gaat" wat betekent dat? Het Joodse volk had geklaagd in Egypte dat ze het als slaven heel zwaar hadden en smeekte God om hen te bevrijden van deze slavernij. Toen leidde God hen "Bejad chazaka oewisroha netoeja" (= met uitgestrekte arm en ontzagwekkende kracht) weg uit Egypte. Daarna volgde 40 jaar in de woestijn en nu staat het Joodse volk op het punt om het beloofde land binnen te trekken, het land "erets zawat chalav oedewasj" (het land overvloeiend van melk en honing). Zijn ze daar klaar voor? In het deel dat deze week uit de Torah (= oude testament) wordt gelezen gaat het over zegeningen en vervloekingen.

Het Hebreeuwse woord voor zegen is "Beracha". Daar zitten de stamletters "beth, resj en kaf"in. Dezelfde letters zitten ook in "Berech" wat Knie betekent. Wanneer we ons bewust zijn van de zegeningen in de wereld, maakt dat je deemoedig. Het brengt ons bij wijze van spreken op de knieën. Vanuit die deemoedigheid kunnen wij danken. De kunst is om in vreugde te leven. Rabbi Nachman zegt: "door vreugde wordt een mens vrij en verlaat hij de ballingschap en wordt op die manier, rustig". Het is belangrijk in je leven om je het volgende te herinneren: "Arami owed awi" wat betekent: "Mijn vader was een Arameër die een zwervend bestaan leidde".

Wat wil dat zeggen? Vergeet nooit dat je eens slaven in Egypte was, of zoals nu, dat er veel vluchtelingen zijn. Bij wijze van spreken moet elke generatie het weer ervaren als was hij zelf die zwervende persoon, zegt Martin Buber. Dat Arami owed awi, vinden we ook terug met Pesach (= Joods Pasen) in de Hagada.

Deze Sidra KI-TAWOH, begint als het ware met een opdracht.
Die opdracht is om de erste vruchten naar de Kohanim (= Priesters) te brengen en te offeren in de Tempel en zo je dankbaarheid aan God te betuigen. Het "naar binnen gaan" van deze week kan je ook vergelijken met deze tijd met het nu en je de vraag stellen.

Wat verlang je nu zelf van het leven en wat verlang je van de toekomst? Het memoreren van onze onderdrukking is zonder betekenis, tenzij we er in ons handelen consequenties aan verbinden. Telkens weer vertellen wij het verhaal van het Joodse volk - onze geschiedenis- teneinde ervan te leren. Het verhaal over de Uittocht uit Egypte zou ons moeten helpen ons leven vorm te geven. Het zou moeten fungeren als richtlijn voor hoe wij de ander bejegenen. Mogen wij leren de vreemdeling die in ons midden is met mededogen te omarmen!

De uitdaging van de Sidra van deze week ligt besloten in de woorden van een Psalm die wij zeggen bij het naderen van de "Jamiem Noraiem" (= de Hoge Feestdagen). Hun boodschap kan ons een raamwerk geven waarbinnen wij ons leven kunnen evalueren en ons kunnen bezinnen op ons leven in het komend jaar. (Psalm 34: 13-15)

Marion Paula Rosenthal

 

   0621479726

  rosenthalmarionpaula@gmail.com

     Bannewaard 78, 1824 ED Alkmaar

 

Copyright © 2024 Marion Paula Rosenthal